New Activity
Play Matching Game
1. Nous entrons dans le halle.
2. En bas, il y a cinq pièces.
3. En haut, il y a cinq chambres.
4. Ils aiment vivre en ville.
5. Ils préfèrent vivre à la campagne.

Ze wonen graag in de stad.

Beneden zijn er vijf kamers.

Wij verlaten de hal.

Boven zijn er vijf vertrekken.

Ze wonen graag op het platteland.

Boven zijn er vijf kamers.

Ze wonen liever op het platteland.

Beneden zijn er vijf vertrekken.

Ze wonen liever in de stad.

Wij komen de hal binnen.