Spiervezels
bestaan
uit
vele
____________________
.
Deze
zorgen
ervoor
dat
een
spier
kan
samentrekken
.
Myofibrillen
bestaan
uit
filamenten
van
2
____________________
:
myosine
en
actine
.
Wanneer
een
spier
samentrekt
schuiven
deze
____________________
over
elkaar
,
waardoor
de
spier
korter
wordt
.
De
____________________
kopjes
binden
op
een
plaats
op
het
____________________
filament
.
Wanneer
____________________
bindt
aan
de
kopjes
lost
het
van
het
actinefilament
.
Door
de
____________________
van
ATP
komt
er
energie
vrij
waardoor
het
myosinefilament
naar
voren
schuift
.
Vervolgens
bindt
de
____________________
opnieuw
aan
de
____________________
op
een
nieuwe
plaats
.
Deze
cyclus
van
binden
en
loslaten
noemen
we
de
____________________
cyclu
s