1
.
De
auto
is
____________________
.
Ik
ben
naar
de
autodealer
geweest
en
heb
een
____________________
auto
gekocht
.
De
____________________
auto
is
heel
mooi
.
2
.
Ik
kan
niet
ophouden
met
lezen
,
want
het
boek
is
____________________
.
Ik
lees
graag
____________________
boeken
.
'The
Shining'
is
bijvoorbeeld
een
heel
____________________
boek
.
3
.
Het
sneeuwt
.
Het
is
____________________
buiten
.
Het
is
een
heel
____________________
winter
.
De
____________________
winter
zorgt
voor
veel
ongelukken
op
de
weg
.
4
.
Ah
,
wat
een
schatje
.
Is
dat
jouw
kind
?
De
baby
is
echt
heel
____________________
.
Ja
,
wat
een
____________________
baby
!
5
.
We
kunnen
nog
niet
schaatsen
;
het
ijs
is
nog
te
____________________
.
Als
je
op
het
____________________
ijs
stapt
,
zak
je
er
zo
doorheen
.
Ik
heb
wel
eens
geschaatst
op
____________________
ijs
,
en
dat
is
echt
niet
leuk
!
6
.
De
verwarming
is
aan
in
het
huis
.
Het
is
dus
lekker
____________________
in
huis
.
Het
is
fijn
als
je
binnenkomt
in
een
____________________
huis
.
7
.
Wat
een
mooie
kleur
is
dat
!
Ik
wil
ook
een
____________________
muur
in
mijn
keuken
.
Oh
,
en
de
stoelen
zijn
ook
____________________
!
8
.
De
bladeren
van
de
boom
zijn
____________________
.
De
____________________
boom
staat
achter
in
de
tuin
.
Een
____________________
boom
is
veel
mooier
dan
een
kale
boom
.
9
.
Je
moet
echt
naar
die
film
gaan
,
het
is
een
heel
____________________
film
.
Hij
is
niet
alleen
____________________
vanwege
het
verhaal
,
maar
ook
vanwege
de
acteurs
.
Echt
een
____________________
film
!
10
.
Ik
wil
wel
komen
maar
ik
kan
niet
.
Dat
is
het
____________________
probleem
!
Het
is
echt
een
____________________
probleem
.