Een
geluid
is
____________________
lucht
.
De
trillingen
worden
opgevangen
door
de
____________________
.
Daarna
gaat
het
door
de
____________________
.
Op
het
einde
van
deze
gang
bevindt
zich
het
____________________
.
Het
is
heel
dun
,
daardoor
gaat
het
trillen
.
Het
trommelvlies
zit
vast
aan
botjes
.
De
kleine
botjes
bestaan
uit
3
delen
:
de
____________________
,
de
stijgbeugel
en
het
____________________
.
Via
deze
kleine
botjes
komt
de
trilling
in
het
____________________
.
Hierin
zit
een
vloeistof
.
Deze
vloeistof
laat
de
____________________
bewegen
door
de
trillingen
.
Deze
haartjes
sturen
signalen
via
de
zenuw
naar
de
____________________
.
Deze
signalen
zijn
____________________
.
Hierdoor
kan
je
dus
horen
.