BKC Les 7 C V kosten

Gegeven: Constante kosten € 348.000 per jaar. Variabele kosten € 25 per stuk. Begrote bezetting 6.000 stuks per jaar. Normale bezetting 5.800 stuks per jaar. Hier is sprake van

Gegeven: Constante kosten € 348.000 per jaar. Variabele kosten € 25 per stuk. Begrote bezetting 6.000 stuks per jaar. Normale bezetting 5.800 stuks per jaar. De totale begrote variabele kosten bedragen

Gegeven: Constante kosten € 348.000 per jaar. Variabele kosten € 25 per stuk. Begrote bezetting 6.000 stuks per jaar. Normale bezetting 5.800 stuks per jaar. De kostprijs per stuk bedraagt

Gegeven: Constante kosten € 50 per stuk. Variabele kosten € 30 per stuk. Begrote bezetting 8.000 stuks per jaar. Normale bezetting 7.800 stuks per jaar. De totale constante kosten bedragen

Gegeven: Fabricagekostprijs € 51. De winst bedraagt 15% van de verkoopprijs. De verkoopprijs bedraagt

De totale kosten bij een normale jaarproductie van 5.000 bedragen € 25.000. Van deze ksoten is 60% constant. De totale kosten bij een productie van 6.000 eenheden bedraagt

Gegeven: De fabricagekostprijs bedraagt € 60. De commerciële kostprijs bedraagt € 75. De verkoopprijs bedraagt € 100. De normale productie en afzet is 1.000 stuks. De begrote productie is 900 stuks. De begrote afzet is 950 stuks. Het verkoopresultaat bedraagt

In een onderneming bedragen de totale constante kosten bij een normale bezetting van 15.000 eenheden € 150.000. Komend jaar stijgen de constante kosten met 10%. De begrote bezetting is 14.000 eenheden. De totale constante kosten bedragen komend jaar

Voorbeelden van constante kosten zijn

Een ondernemer wil zijn producten verkopen met € 20 winst per product. De commerciële kostprijs bedraagt € 88. De ondernemer geeft 10% rabat. Bereken de verkoopprijs voor aftrek van rabat in hele euro's