New Activity
Ico create Educaplay New Activity
All the activities
Play Quiz
1. 
Welke van onderstaande landen behoorden tot de Triple Entente?
A.
Frankrijk
B.
Duitsland
C.
Rusland
D.
België
2. 
Wie is deze man?
A.
Tsaar Nicolas II van Rusland
B.
Frans Jozef I van Oostenrijk-Hongarije
C.
Wilhelm II van Duitsland
D.
Georg V van Groot-Brittanië
3. 
Wat is het probleem met Oostenrijk-Hongarije?
A.
Oostenrijk-Hongarije voelde zich bedreigd door Frankrijk en wilde het isoleren
B.
Oostenrijk-Hongarije is een lappendeken van nationaliteiten
C.
Oostenrijk-Hongarije verloor al eens een oorlog tegen Duitsland en wilde revanche
D.
Door het opkomende nationalisme ontstonden er spanningen tussen verschillende volkeren
4. 
Waarom mislukte het Schlieffenplan?
A.
Rusland mobiliseerde zich sneller dan verwacht
B.
De doortocht door België verliep niet zo vlot als gepland
C.
De Fransen wisten de Duitsers te verslaan aan de Somme
D.
Rusland viel Duitsland binnen in het oosten waardoor ze een deel van hun troepen moesten terugtrekken
5. 
Waarom verklaarde Groot-Brittannië de oorlog aan Duitsland?
A.
Duitsland viel bondgenoot Rusland binnen
B.
Duitsland viel de kolonies van Groot-Brittannië in Afrika binnen
C.
Duitsland viel bondgenoot Frankrijk binnen
D.
Duitsland viel het neutrale België binnen
6. 
Welke van onderstaande antwoorden is GEEN oorzaak van de Eerste Wereldoorlog?
A.
Nationalisme
B.
Liberalisme
C.
Militarisme
D.
Bondgenootschappen
7. 
Welke van onderstaande gebeurtenissen hebben betrekking op het jaar 1917?
A.
De moord op Frans Ferdinand
B.
Socialistische opstand in Duitsland
C.
Rusland sluit de vrede met Duitsland met de vrede van Brest-Litovsk
D.
Het Schlieffenplan treedt in werking
E.
De Verenigde Staten raken betrokken in de Eerste Wereldoorlog
F.
De Balfour-verklaring
8. 
Welke van onderstaande trefwoorden behoren tot de Eerste Wereldoorlog?
A.
Stellingenoorlog
B.
Tanks
C.
Jodenvervolging
D.
no-man's land
E.
Totale oorlog
F.
Atoombom
9. 
Hoe noemen we de Belgische burgers die door guerrillatactiek de Duitsers beschoten?
10. 
Welke eisen willigden de Duitsers in met hun 'Flamenpolitik'
A.
Ze richtte de IJzerbedevaart op
B.
Ze verminderden de spanningen tussen Vlamingen en Walen
C.
Ze vernederlandste de universiteit van Gent
D.
Ze splitsten Brussel-Halle-Vilvoorde
E.
Ze splitsten het burgerlijk bestuur van Vlaanderen en Wallonië
F.
Vlamingen werden extra hard behandeld door de Duitse troepen
11. 
Hoe noemen we de Vlamingen die collaboreerden met de Duitse bezetters?
12. 
Welke van onderstaande grieven zorgde voor het ontstaan van de Frontbeweging?
A.
Alle officieren waren Franstalig terwijl de grote meerderheid van de soldaten Nederlandstalig was.
B.
Vlamingen konden geen promotie maken in het leger.
C.
Vlaamse soldaten kregen slechter materiaal aan het front
D.
Het merendeel van de Vlaamse soldaten was Katholiek, de Franstalige officieren waren vrijzinnig
E.
De Vlamingen werd verweten niet te vechten voor het vaderland
F.
De Vlamingen werd verweten 'volksgenoten' te zijn van de Duitsers
13. 
Wat associeer je met de 14 punten van president Wilson?
A.
Volledige ontwapening van Duitsland
B.
Zelfbeschikkingsrecht van volken
C.
België moet volledig heropgebouwd worden
D.
Oprichting van een volkenbond
E.
Duitsland moet afstand doen van al zijn koloniën
F.
Duitsland moet in 3 bezettingszones worden verdeeld. Frankrijk, V.S. en Rusland besturen elk een deel
14. 
'De mof zal alles betalen': aan wie schrijf je deze uitspraak toe?
A.
De Britse premier Lloyd George
B.
De Amerikaanse president Woodrow Wilson
C.
De Franse premier Clemenceau
15. 
Gebruik je historische atlas. Vergelijk de kaart van Europa in 1914 met die van 1918. Welke beweringen zijn WAAR?
A.
Het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije valt uiteen.
B.
Rusland doet een goede zaak door gebiedsuitbreiding in Oost-Europa.
C.
Frankrijk krijgt Elzas-Lotharingen
D.
Het Ottomaanse rijk neemt een stuk van de Balkan in handen
E.
België krijgt een stukje Duitsland
F.
De oprichting van Joegoslavië
16. 
Welke van onderstaande bepalingen staan beschreven in de Vrede van Versailles?
A.
Rusland krijgt een brede strook land in Oost-Europa
B.
Oprichting van de Volkenbond
C.
Duitsland moet volledig ontwapenen
D.
Duitsland draagt de volledige schuld van de oorlog
E.
Gifgas mag nooit meer gebruikt worden als oorlogswapen
F.
Duitsland moet de volledige schade van de oorlog terugbetalen
17. 
Welke van onderstaande cartoons link je aan de Vrede van Versailles?
A.
B.
C.
D.