1
.
Slakken
op
je
bord
:
ik
moet
er
niet
____________________
denken
!
2
.
Jennifer
geeft
____________________
dat
ze
het
toetje
wel
lekker
vindt
.
3
.
De
moeder
van
Meike
houdt
____________________
een
chic
gedekte
tafel
.
4
.
Ze
vertrouwt
____________________
de
goede
manieren
van
de
meisjes
.
5
.
Het
bezoek
klopt
____________________
het
raam
.
6
.
Jennifer
zoekt
____________________
de
wijnglazen
.
7
.
Jennifer
denkt
dat
ze
ontsnapt
is
____________________
een
maaltijd
die
ze
niet
lekker
vindt
.
8
.
Haar
moeder
kookt
vaker
dingen
waar
ze
niet
____________________
houdt
.
9
.
De
moeder
van
Meike
zoekt
____________________
een
goede
oplossing
.
10
.
Na
het
eten
zwaaien
ze
____________________
de
baas
.