New Activity
Play Quiz
1. 
1. Je lijkt er al goed in te slagen om je klant te overtuigen een product van jouw merk aan te kopen. Maar er zijn twee verschillende versies van dit product en je klant kan niet kiezen. Wat doe je?
A.
Je stelt de klant gesloten vragen over beide product en op basis van ja/neen vragen adviseer je welk product het best past bij de klant
B.
Je stelt grappend voor; Zal ik kiezen voor u ?
C.
Je tokkelt wat op je smartphone en wacht geduldig tot de klant zijn keuze heeft gemaakt
2. 
2. Je bent autodealer. Een wat oudere man loopt al een half uur door de showroom en lijkt niet te weten wat hij wil. Wat doe je?
A.
Je stapt op de man af en vraagt vriendelijk wat voor auto hij graag zou hebben. Je vraagt hem hoe vaak hij met de auto rijdt, waarnaartoe en of hij vaak passagiers meeneemt.
B.
Je stapt op de man af en vraagt of hij een kop koffie wilt.
C.
Je vermoedt dat hij zich gewoon wat verveeld en naar hier gekomen is om de tijd te doden. Kopen zal hij toch niet. Je laat hem dus maar rondlopen.
3. 
3. Je bent al een tijdje met een klant in gesprek. Hij blijft je vanalles vertellen, maar het is je nog altijd niet echt duidelijk wat hij precies wilt. Wat doe je?
A.
Je zegt tegen je klant dat je niet goed begrijpt waar hij precies naar op zoek is en vraagt voor verduidelijking.
B.
Je stelt de klant een controle vraag: "Als ik het goed begrijp dan..." en geeft hem de ruimte om zijn noden verder te verduidelijken.
C.
Je bent het beu en je ziet hier geen toekomst in. Je geeft de man wat brochures en zegt dat je hem later nog eens zal opbellen.