SpreekwoordenOnline version Raad de betekenis van de spreekwoorden. by Bas Vossen 1 Spr1 2 Spr2 3 Spr3 4 Spr4 5 Spr5 6 Spr6 7 Spr7 8 Spr8 9 Spr9 10 Spr10 Met de noorderzon vertrekken. Plotseling weggaan zonder dat anderen het weten Op de kleintjes letten. Niet grote bedraqen geld uitgeven. In de wacht slepen. Iets bemachtigen voor jezelf. De spits afbijten. Als eerste ergens mee beginnen. Zijn biezen pakken. Snel weggaan. Kleur bekennen. Een duidelijke mening over iets geven. Open kaart spelen Alles vertellen wat belangrijk is om te weten. Hij is van alle markten thuis. Hij weet over alle dingen wat te vertellen. Hij neemt te veelk hooi op zijn vork. Hij pakt te veel teglijk aan. Hij laat zich bij de neus nemen. Hij laat zich foppen .