Crossword Puzzle Zoek het juiste woord.Online version Zoek het juiste woord. by Caroline Temmerman 1 beantwoorden: Wie ... die vraag correct? (vt) 2 arbeiden: Die man ... in de tuin. (vt) 3 vertrekken: Hij ... naar huis. 4 regenen: Vannacht ... het heel hard. (vt) 5 vissen: De vissers ... op forellen. (vt) 6 knippen: Hij ... zijn nagels. 7 kammen: Pa ... zijn haar. (vt) 8 Jezus vertelt over de vruchtbare .... 9 rijden: Hij ... naar zijn werk. (vt) 10 rusten: Hij ... pas toen hij klaar was. (vt) 2 8 4 7 5 3 1 10 6