Louisa
heeft
vorige
zaterdag
een
drukke
dag
gehad
.
Dit
heeft
ze
allemaal
gedaan
:
's
Morgens
heeft
ze
in
de
tuin
____________________
.
Dan
heeft
ze
haar
ramen
____________________
.
Daarna
heeft
ze
soep
____________________
.
Toen
heeft
ze
haar
vriendin
,
Clara
____________________
.
Ze
heeft
een
uur
met
Clara
____________________
.
Dan
heeft
ze
haar
Nederlandse
les
____________________
.
's
Avonds
heeft
ze
____________________
op
het
verjaardagsfeest
van
haar
zus
.