New Activity
Play Quiz
1. 
Welke wet van Mendel wordt aangetoond met dit kruisschema?
A.
Uniformiteitswet
B.
Onafhankelijkheidswet
C.
Splitsingswet
D.
Dominantiewet
2. 
Wat is het effect dat zich in deze bloem plaatsvindt?
A.
Dominantie
B.
Co-dominantie
C.
Incomplete dominantie
D.
Dominantiewet
3. 
Wat illustreert dit kruisschema?
A.
Dominantie
B.
Co-dominantie
C.
Incomplete dominantie
D.
Dominantiewet
4. 
Wat illustreert dit kruisschema?
A.
Dominantie
B.
Co-dominantie
C.
Incomplete dominantie
D.
Dominantiewet
5. 
Hoe wordt de ziekte van de vader overgedragen?
A.
Dominant
B.
Recessief
C.
Co-dominant
D.
Incompleet dominant
6. 
Welke wet van Mendel wordt hier geïllustreerd?
A.
Uniformiteitswet
B.
Onafhankelijkheidswet
C.
Splitsingswet
D.
Dominantiewet
7. 
Welke wet van Mendel wordt aangetoond met dit kruisschema?
A.
Uniformiteitswet
B.
Onafhankelijkheidswet
C.
Splitsingswet
D.
Dominantiewet
8. 
Wat zijn voorbeelden van kenmerken die volgens de wetten van Mendel worden overgedragen?
A.
zaadkleur erwt
B.
zaadvorm erwt
C.
peulkleur erwt
D.
huidskleur mens
9. 
Een man (IV-1) heeft een genetische afwijking. Wat is de kans dat zijn broer (IV-3) de afwijking ook heeft?
A.
1/2
B.
1/4
C.
1/6
D.
1/8
10. 
Van welke eigenschap bij de mens geloofden ze vroeger verkeerdelijk dat die Mendeliaans overerft?
A.
Oogkleur
B.
Vasthangende of loshangende oorlellen
C.
Bloedgroep
D.
Huidskleur