New Activity
Play Quiz
1. 
Welke uitspraak is niet correct?
A.
LSD-C vertraagt het gesprek
B.
Als je LSD toepast voelt de ander zich gehoord
C.
Als je LSD toepast komt er meer rust in het gesprek
D.
Als je LSD toepast zal de ander ook beter naar jou luisteren
2. 
LSD staat voor
A.
Een soft drug
B.
Leren, Samen, Delen
C.
Luisteren, Samenvatten, Doorvragen
D.
Een chemische verbinding in de hersenen
3. 
Wat doe je wel bij actief luisteren
A.
De ander blijven aankijken
B.
Non verbale signalen gebruiken
C.
De ander bijvallen als je het eens bent
D.
Vragen stellen
4. 
Als mensen langs elkaar heen blijven praten (elkaar niet begrijpen) dan is er in elk geval.....
A.
Niet actief geluisterd
B.
Niet doorgevraagd
C.
Niet samengevat
D.
Niet gecheckt
5. 
De ander vertelt dat hij onmogelijk een bepaalde opdracht vandaag af kan maken omdat hij te veel andere werkzaamheden heeft. Wat is de beste eerste reactie?
A.
Je zegt dat je het te druk hebt om dit voor mij te doen. Is het mogelijk om iets anders uit te stellen?
B.
Ik hoor je zeggen dat je het heel erg druk hebt en dat het daarom niet lukt dit vandaag af te ronden. Klopt dat?
C.
Je gaat dit vandaag niet voor mij doen begrijp ik?
D.
Ik kan me voorstellen dat je het heel erg druk hebt, maar dit heeft echt haast.
6. 
In de voorbereiding voor een gesprek let je op DROP. Welke letter is hieronder het beste omschreven?
A.
D: Doel dat je wil bereiken met het gesprek
B.
R: Relatie, rollen en verhoudingen tussen de gesprekspartners
C.
O: Overzicht van de gespreksthema's
D.
P: Proces, de manier waarop het gesprek straks verloopt
7. 
Welke uitgangshouding is NIET bevorderlijk voor een goed gesprek?
A.
Ik hoor wat je zegt en ik begrijp wat je bedoelt
B.
Ja, en.......
C.
Je kunt altijd opnieuw beginnen met communiceren
D.
Eerst checken, dan pas reageren
8. 
Als je nog geen relatie hebt is het belangrijk om ten aanzien van het proces....
A.
Duidelijk aan te geven hoe je het gesprek wil voeren
B.
Flexibel te zijn, je ziet het wel in de loop van het gesprek
C.
Een voorstel te doen, zodat de ander daar op kan reageren
D.
Te vragen aan het begin van het gesprek naar de verwachtingen van de ander
9. 
Als je elkaar nog niet zo goed kent is het vooral belangrijk......
A.
Om de relatie en rollen onderwerp van gesprek te maken
B.
Om goed te luisteren
C.
Om duidelijk te zijn over wat je bedoelt
D.
Om door te vragen wat de ander bedoelt
10. 
Als we zeggen; zet de dromer aan in plaats van de criticus bedoelen we.....
A.
Dat je op voorstellen reageert vanuit een ja, en..... houding
B.
Dat je de voorstellen van de ander niet bekritiseerd
C.
Dat je op voorstellen reageert vanuit een ja, maar houding
D.
Dat je de ander de ruimte geeft om het voorstel toe te lichten