Basis GespreksvaardighedenOnline version Deze Quiz toetst je basiskennis van belangrijke begrippen en instrumenten met betrekking tot gespreksvaardigheden by Katinka Verschuren 1 Welke uitspraak is niet correct? a LSD-C vertraagt het gesprek b Als je LSD toepast voelt de ander zich gehoord c Als je LSD toepast komt er meer rust in het gesprek d Als je LSD toepast zal de ander ook beter naar jou luisteren 2 LSD staat voor a Een soft drug b Leren, Samen, Delen c Luisteren, Samenvatten, Doorvragen d Een chemische verbinding in de hersenen 3 Wat doe je wel bij actief luisteren a De ander blijven aankijken b Non verbale signalen gebruiken c De ander bijvallen als je het eens bent d Vragen stellen 4 Als mensen langs elkaar heen blijven praten (elkaar niet begrijpen) dan is er in elk geval..... a Niet actief geluisterd b Niet doorgevraagd c Niet samengevat d Niet gecheckt 5 De ander vertelt dat hij onmogelijk een bepaalde opdracht vandaag af kan maken omdat hij te veel andere werkzaamheden heeft. Wat is de beste eerste reactie? a Je zegt dat je het te druk hebt om dit voor mij te doen. Is het mogelijk om iets anders uit te stellen? b Ik hoor je zeggen dat je het heel erg druk hebt en dat het daarom niet lukt dit vandaag af te ronden. Klopt dat? c Je gaat dit vandaag niet voor mij doen begrijp ik? d Ik kan me voorstellen dat je het heel erg druk hebt, maar dit heeft echt haast. 6 In de voorbereiding voor een gesprek let je op DROP. Welke letter is hieronder het beste omschreven? a D: Doel dat je wil bereiken met het gesprek b R: Relatie, rollen en verhoudingen tussen de gesprekspartners c O: Overzicht van de gespreksthema's d P: Proces, de manier waarop het gesprek straks verloopt 7 Welke uitgangshouding is NIET bevorderlijk voor een goed gesprek? a Ik hoor wat je zegt en ik begrijp wat je bedoelt b Ja, en....... c Je kunt altijd opnieuw beginnen met communiceren d Eerst checken, dan pas reageren 8 Als je nog geen relatie hebt is het belangrijk om ten aanzien van het proces.... a Duidelijk aan te geven hoe je het gesprek wil voeren b Flexibel te zijn, je ziet het wel in de loop van het gesprek c Een voorstel te doen, zodat de ander daar op kan reageren d Te vragen aan het begin van het gesprek naar de verwachtingen van de ander 9 Als je elkaar nog niet zo goed kent is het vooral belangrijk...... a Om de relatie en rollen onderwerp van gesprek te maken b Om goed te luisteren c Om duidelijk te zijn over wat je bedoelt d Om door te vragen wat de ander bedoelt 10 Als we zeggen; zet de dromer aan in plaats van de criticus bedoelen we..... a Dat je op voorstellen reageert vanuit een ja, en..... houding b Dat je de voorstellen van de ander niet bekritiseerd c Dat je op voorstellen reageert vanuit een ja, maar houding d Dat je de ander de ruimte geeft om het voorstel toe te lichten