Fill in the Blanks werkwoorden - Verleden Tijd 5Online version Werkwoorden in de verleden tijd oefenen by Engels Sara 1 De leidsters ( begeleiden ) de kinderen tijdens de wandeltocht . ( Beantwoorden ) je de quizvraag juist ? We ( haasten ) ons naar binnen om niet nat te worden . Mijn buur ( fluisteren ) iets in mijn oor . De jongens ( vechten ) voor de bal . Mijn zus ( moeten ) nog Latijn studeren . De burgemeester ( danken ) alle aanwezigen . Wij ( wonen ) vroeger in Oostende . De storm ( verwoesten ) een groot stuk van het bos . Hij ( verraden ) zijn beste vriend . De mensen ( haasten ) zich naar het station om de trein te halen . De leeuw ( brullen ) omdat hij honger had . Ik ( oefenen ) nog wat op mijn gitaar . De ober ( schenken ) een glaasje cola voor mij . De agent ( verplichten ) iedereen te stoppen .