Icon New game New game

Nieuwsbegrip 2021 Woorden betekenis oefenen week47,48,49,50

Froggy Jumps

woordenschat AA bij Nieuwsbegrip 2021-2022

Download the paper version to play

5 times made

Created by

Netherlands

Top 10 results

  1. 1
    02:26
    time
    96
    score
  2. 2
    00:20
    time
    0
    score
Do you want to stay in the Top 10 of this game? to identify yourself.
Make your own free game from our game creator
Compete against your friends to see who gets the best score in this game

Top Games

  1. time
    score
  1. time
    score
time
score
time
score
 
game-icon

Froggy Jumps

Nieuwsbegrip 2021 Woorden betekenis oefenen week47,48,49,50Online version

woordenschat AA bij Nieuwsbegrip 2021-2022

by Olga Jansen
1

Wat betekent verwoesten? Alles is verwoest.

2

Wat betekent de reddingswerker? Waar gaat de reddingswerker heen?

3

Wat betekent de puinhoop? Wat een puinhoop is het in je kamer.

4

Wat betekent voorkomen? Weet jij welke soorten slangen hier voorkomen?

5

Wat betekent omkomen? Ken jij iemand die is omgekomen?

6

Wat betekent schuilen? Anne schuilde voor het onweer.

7

Wat betekent de ramp? Thijs zag een foto van de ramp.

8

Welke coureurs ken jij?

9

Wat betekent talent hebben? Jazi heeft echt talent.

10

Wat betekent ooit? Sammie was de liefste hond ooit.

11

Wat betekent duren? Het duurt een tijdje.

12

Wat betekent eigenlijk? Hoe oud ben jij eigenlijk?

13

Wat betekent zich aansluiten bij? Owen sluit zich aan bij het groepje jongens.

14

Wat betekent fit? Fenna voelt zich fit.

15

Wat betekent allerlei? In de kast staan allerlei borden.

16

Wat betekent taai? De chips zijn taai geworden.

17

Wat betekent tegenwoordig? Op welke sport zit je tegenwoordig?

18

Wat betekent ruim? Sanne heeft ruim dertig knuffels.

19

Wat betekent de voornaam? Wat is jouw voornaam?

20

Wat betekent de figuur? De kinderen maken figuren.

21

Wat betekent slopen? Je mag mijn hut niet slopen!

22

Wat betekent het staal? Het fietsslot is van staal.

23

Wat betekent de file? Ik hou niet van file.

24

Wat betekent wegslepen? Onze auto werd weggesleept.

25

Wat betekent recyclen? Plastic kun je recyclen.

26

Wat betekent geschikt? Die oude banden zijn daarvoor geschikt.

27

Wat betekent het afscheid? Jasmijn moest huilen bij het afscheid

educaplay suscripción