Froggy Jumps Woordenschat groep 5: dierenOnline version Zoek de juiste betekenis van elk woord by Citotrainer Nederland 1 de angel a tand waarmee een dier door harde materialen heen kan bijten b zachte veertjes van een vogel c waar een wesp mee steekt 2 de bijenkorf a een woning voor bijen, gemaakt door mensen b hoorns op de kop van een hert c bek van een groot dier 3 het dons a tand waarmee een dier door harde materialen heen kan bijten b zachte veertjes van een vogel c zó veel dieren, dat mensen er last van hebben 4 het gewei a dier dat andere dieren doodt en opeet b bek van een groot dier c hoorns op de kop van een hert 5 de knaagtand a groot aantal vliegende dieren bij elkaar b tand waarmee een dier door harde materialen heen kan bijten c zó veel dieren, dat mensen er last van hebben 6 de muil a bek van een groot dier b dier dat andere dieren doodt en opeet c groot aantal vliegende dieren bij elkaar 7 de plaag a zó veel dieren, dat mensen er last van hebben b groot aantal vliegende dieren bij elkaar c gebied dat de hond verdedigt tegen andere honden 8 het roofdier a lange, uitstekende haren bij de bek b dier dat andere dieren doodt en opeet c gebied dat de hond verdedigt tegen andere honden 9 de zwerm a voorraad voedsel voor in de winter b groot aantal vliegende dieren bij elkaar c wat aan de kop zit en vooruitsteek, bek en neus 10 de snorharen a antennes op de kop b gebied dat de hond verdedigt tegen andere honden c lange, uitstekende haren bij de bek 11 de wintervoorraad a onopvallende kleur, waardoor een dier niet opvalt in zijn omgeving b wat aan de kop zit en vooruitsteek, bek en neus c voorraad voedsel voor in de winter 12 het territorium a antennes op de kop b gebied dat de hond verdedigt tegen andere honden c waar een wesp mee steekt 13 de snuit a wat aan de kop zit en vooruitsteek, bek en neus b onopvallende kleur, waardoor een dier niet opvalt in zijn omgeving c een woning voor bijen, gemaakt door mensen 14 de voelsprieten a hoorns op de kop van een hert b antennes op de kop c lange, uitstekende haren bij de bek 15 de schutkleur a voorraad voedsel voor in de winter b onopvallende kleur, waardoor een dier niet opvalt in zijn omgeving c gebied dat de hond verdedigt tegen andere honden