Men
had
hem
Black
genoemd
,
omdat
hij
vurig
(
1
)
haar
had
,
gestippeld
met
gele
vlekken
.
Hij
deed
afwisselend
dienst
al
jachthond
en
als
trekdier
en
behoorde
tot
een
(
2
)
Vlaams
ras
dat
stilaan
uitsterft
,
sinds
er
vijftien
of
twintig
jaar
gleden
een
wet
kwam
die
verbood
de
(
3
)
vriend
van
de
mens
als
trekdier
te
gebruiken
.
Ze
zijn
een
beetje
groter
dan
politiehonden
,
minder
hoog
en
(
4
)
dan
een
Deense
dog
.
Met
(
5
)
,
tweewielige
karretjes
brachten
ze
iedere
dag
de
melk
in
blinkend
weerkaatsende
koperen
kannen
van
het
(
6
)
platteland
naar
de
stad
.
In
de
namiddag
zag
men
die
dagelijks
opgepoetste
kannen
in
de
zon
schitteren
op
het
gras
van
(
7
)
boomgaarden
in
Vlaanderen
of
in
Brabant
.
Op
alle
(
8
)
zondagen
trok
Black
zijn
karretje
,
waarop
de
hovenier
troonde
die
ons
van
het
landhuis
een
ruime
voorraad
groenten
,
eieren
en
boter
bracht
.
In
de
zomer
hadden
wij
geprobeerd
Black
te
gebruiken
voor
ritjes
met
dezelfde
kar
,
maar
dat
moesten
we
opgeven
;
die
pogingen
eindigden
geregeld
in
de
sloten
langs
de
kant
van
de
weg
.
Een
hond
verdraagt
geen
bit
.
Als
hij
(
9
)
gedresseerd
is
,
gehoorzaamt
hij
min
of
meer
aan
de
menselijke
stem
,
al
vergist
hij
zich
dikwijls
.
Dat
is
geen
(
10
)
wil
;
hij
loopt
over
van
(
11
)
ijver
,
maar
men
kan
hem
niet
doen
begrijpen
dat
er
nog
een
karretje
achter
hem
aan
volgt
.
Hij
is
ervan
overtuigd
dat
overal
waar
hij
doorkomt
dat
karretje
ook
wel
met
hetzelfde
gemak
zal
volgen
.
Op
(
12
)
plaatsen
,
kruispunten
,
verkeersopstoppingen
of
bij
verandering
van
richting
moet
de
voerman
er
af
springen
en
de
hond
met
de
hand
leiden
.
Als
vervoermiddel
is
het
niet
echt
(
13
)
maar
het
gaat
snel
[
?
]
.
Black
,
uitgelaten
zo
niet
half
wild
doch
erg
zachtaardig
,
was
zoals
ik
al
zei
tegelijk
een
waakhond
.
[
?
]
Zoals
zijn
soortgenoten
was
hij
het
slachtoffer
van
het
(
14
)
vooroordeel
dat
alle
waakhonden
,
om
hen
(
15
)
te
houden
,
verbiedt
vrij
rond
te
lopen
.
(
16
)
sleet
hij
zijn
dagen
met
aan
het
eind
van
zijn
ketting
om
zijn
hok
te
draaien
of
met
zich
te
vlooien
;
dat
deed
hij
door
zich
beurtelings
met
de
linker
of
de
rechter
achterpoot
te
krabben
.
Als
enig
voedsel
kreeg
hij
enkele
sneden
roggebrood
,
soms
een
been
om
hem
bezig
te
houden
en
water
naar
believen
.
Als
oudste
had
ik
de
(
17
)
en
eervolle
vertrouwensopdracht
gekregen
om
hem
(
18
)
avond
een
uurtje
ontspanning
te
bezorgen
.
Telkens
hij
mij
hoorde
naderen
,
verwelkomde
hij
mij
met
een
aangrijpende
uitbarsting
,
jankend
van
vreugde
.
Met
mijn
ene
hand
nog
aan
het
slot
van
zijn
halsband
,
kon
ik
met
de
andere
hand
mijn
gezicht
niet
beschermen
tegen
zijn
uitbundig
en
onstuimig
gelik
.
Eens
de
halsband
los
,
schoot
hij
als
een
losgeslagen
projectiel
recht
voor
zich
uit
,
men
wist
nooit
waarheen
,
hij
evenmin
.
Na
een
tijdje
kwam
hij
terug
,
ietwat
gekalmeerd
,
holde
nog
in
volle
vaart
driemaal
rond
het
grasperk
en
plofte
dan
neer
om
mij
te
bedanken
.
Ooit
was
ik
eens
drie
dagen
afwezig
,
toen
ik
bij
mijn
grootmoeder
was
.
Men
vergat
dat
hij
aan
de
ketting
lag
.
Op
het
moment
dat
hij
me
zag
terugkeren
,
kreeg
hij
zo'n
(
19
)
aanval
van
blijdschap
dat
ik
er
schrik
van
kreeg
.
Hij
tolde
rond
,
richtte
zich
op
,
wilde
op
mij
toespringen
om
mij
nog
een
(
20
)
maal
te
omhelzen
,
stortte
neer
en
stond
niet
meer
op
.
Ik
snelde
naar
huis
en
riep
om
hulp
.
Mijn
vader
beweerde
dat
men
hem
had
vergiftigd
.
De
veearts
werd
erbij
gehaald
voor
de
autopsie
.
Hij
vond
niets
abnormaals
,
maar
een
boerenveearts
die
praktisch
niets
anders
doet
dan
koeien
en
merries
verlossen
,
is
geen
onfeilbare
autoriteit
.
Voor
mij
staat
het
vast
dat
Black
gestorven
is
van
geluk
.
[
?
]