Froggy Jumps Nederlands in Gang, hoofdstuk 2Online version Kies het goede antwoord by Docent Syd 1 Mijn ouders komen ... bezoek a in b voor c op 2 Hij vertelt ... zijn weekend. a over b van c met 3 Ik heb ... collega's. a heel b veel c 4 We drinken een ... koffie in de kantine. a kopje b cupje c koopje 5 Ik vind mijn werk ... leuk. a heel b veel c 6 Wij gaan morgen ... vakantie. a voor b op c van 7 Ik ben ..... Het is mijn ..... a verjaardag, jarig b jarig, verjaardag c jarig, jarig 8 Wat is de goede spelling? a vandaag b vaandag c vaandaag 9 Wat is de goede spelling? a seazoen b siezoen c seizoen 10 De broer van mijn vader is mijn ... a zwager b opa c oom 11 De dochter van mijn zus is mijn ... a nicht b tante c schoonzus 12 De kinderen van mijn kinderen zijn mijn ... a kleine kinderen b kleinkinderen c kleinkinds 13 12:20 = a tien over half een b tien voor half een c tien voor half twaalf 14 17:45 = a kwart voor zes b kwart over vijf c kwart voor vijf 15 08:35 = a vijf over half acht b vijf voor half negen c vijf over half negen 16 Ik ben jarig ... 10 juli. a om b op c in 17 Ik ga ... 09:00 uur naar de les. a om b op c in 18 De cursus begint ... februari. a om b op c in 19 Ik ga ... de zomer op vakantie. a om b op c in 20 Is de zin goed of fout?: Wanneer jij bent jarig? a goed b fout c 21 Zij gaat morgen naar haar werk. a goed b fout c 22 Gaan jullie naar het feest? a goed b fout c 23 Waarom werkt jij op zaterdag? a goed b fout c 24 Hij is jouw collega? a goed b fout c 25 Heeft zij kort, blond haar? a goed b fout c