Matching Pairs Grammatica: samengestelde zinOnline version Samengestelde zinnen (onderschikkingen en nevenschikkingen) ontleden by Danielle Bouwman 1 Timon zag gisteren [dat een winkeldief een dure telefoon meenam]. 2 Wat jij nu zegt, is [volgens mij] heel belangrijk. 3 [Omdat het zulk warm weer is,] deelt de docent ijsjes uit aan de leerlingen. 4 Omdat het zulk warm weer is, deelt [de docent] ijsjes uit aan de leerlingen. 5 Wat jij nu zegt, is volgens mij [heel belangrijk]. 6 Wat jij nu zegt, [is] volgens mij heel belangrijk. 7 [Wat jij nu zegt], is volgens mij heel belangrijk. 8 Omdat het zulk warm weer is, deelt de docent [ijsjes] uit aan de leerlingen. 9 Omdat het zulk warm weer is, [deelt] de docent ijsjes [uit] aan de leerlingen. 10 Omdat het zulk warm weer is, deelt de docent ijsjes uit [aan de leerlingen]. Lijdend voorwerp Werkwoordelijk gezegde Bijwoordelijke bepaling Meewerkend voorwerp Bijwoordelijke bijzin Persoonsvorm Naamwoordelijk deel van het gezegde Lijdendvoorwerpzin Onderwerpszin Onderwerp