Matching Pairs Frans: futur procheOnline version verbind de zinnen by Bert Raes 1 Wij gaan de stoelen tellen. 2 Jullie gaan vanavond slapen. 3 Ik ga morgen zwemmen. 4 Hij gaat een fruitsap drinken. 5 Jij gaat vertrekken. Vous allez dormir ce soir. Je vais nager demain. Nous allons compter les chaises. Il va boire un jus de fruits. Tu vas partir.