Matching Pairs De 4 ervaringsgebiedenOnline version Link de sleutelervaringen aan het juiste ervaringsgebied by Grietje Putteman 1 Communicatie en expressie: De begeleiders pikken signalen op zoals wijzen met de vinger en reageren op gebaren en gelaatsuitdrukkingen. 2 Lichaam en beweging: De begeleiders laten de kinderen fietsen, klimmen, lopen, dansen ... 3 Verkennen van de wereld: De begeleiders verkennen met de kinderen de buurt, het verkeer, spelen winkeltje of ziekenhuis, vieren feest 4 Communicatie en expressie: De begeleiders tonen respect voor de thuistaal van het kind. 5 Ik en de ander: De begeleiders laten de kinderen zelf kiezen met wat ze willen spelen, prikkelen hun nieuwsgierigheid en dagen hen uit om nieuwe dingen te proberen. 6 Verkennen van de wereld: De begeleiders hangen foto's van de verschillende gezinnen aan de familiemuur, zetten een tajine in het keukentje, vieren suikerfeest ... 7 Communicatie en expressie: De begeleiders vertellen verhaaltjes, zingen liedjes, verwoorden de leefwereld van de kinderen, benoemen wat ze doen ... 8 Ik en de ander: De begeleiders geven de kinderen materiaal dat samenspel aanmoedigt. 9 Verkennen van de wereld: De begeleiders laten de kinderen spelen met verschillende materialen zoals water, zand, gras ... om zo de verschillende eigenschappen hiervan te ontdekken. 10 Ik en de ander: De begeleiders leren de kinderen zorg dragen voor elkaar, de natuur en materiële zaken. 11 Ik en de ander: De begeleiders waarderen de kinderen om wie of wat ze zijn. 12 Lichaam en beweging: De begeleiders laten de kinderen spelen met verschillende materialen als wol, klei, papier en laten ze zelf hun handen wassen, bloemetjes plukken ... 13 Ik en de ander: De begeleiders leren de kinderen omgaan met nieuwe onverwachte situaties en bieden hulp om deze aan te kunnen door mee te leven en hun gevoelens te accepteren. 14 Communicatie en expressie: De begeleiders laten de kinderen tekenen, verven, dansen, bouwen, zingen, muziek maken ... 15 Verkennen van de wereld: De begeleiders laten de kinderen dingen sorteren, stapelen, ordenen ... Diversiteit: De kinderen ontdekken in de opvang een diversiteit aan personen, omgangsvormen en opvoedingssituaties. Positieve identiteit: De kinderen leren het verschil te zien tussen zichzelf en de anderen. Taalontwikkeling: De kinderen krijgen in de opvang een uitdagende en taalrijke omgeving aangeboden. Non-verbale expressie: De kinderen worden in de opvang gewaardeerd voor hun non-verbale communicatie. Fysieke wereld: De kinderen krijgen in de opvang de kans om de fysieke wereld te ontdekken met al hun zintuigen. Zin voor initiatief: De kinderen krijgen voldoende vrijheid en mogelijkheden om zelf keuzes te maken en te ontdekken wat ze willen. Meertaligheid: De kinderen krijgen in de opvang de kans om luisteren naar en te genieten van verschillende talen. Sociale ontwikkeling: De kinderen krijgen de kans om te genieten van interacties met andere kinderen en volwassenen. Verstandelijke ontwikkeling: De kinderen krijgen de kans om verstandelijk te ontwikkelen door verbanden te ontdekken, oorzaak-gevolg te leren inschatten, patronen te ontdekken. Manipuleren: De kinderen krijgen in de opvang de kans om hun hand- en vingervaardigheden te oefenen. Verbondenheid: De kinderen leren in de opvang verbondenheid te ontwikkelen. Creatieve expressie: De kinderen krijgen in de opvang de kans om op verschillende vlakken creatief bezig te zijn. Bewegen: De kinderen krijgen in de opvang de kans om de mogelijkheden van hun lichaam te ontdekken. Maatschappelijke wereld: De kinderen krijgen in de opvang de kans om de maatschappelijke wereld te verkennen. Emotionele ontwikkeling: De kinderen krijgen de kans om zich op een goede manier emotioneel te ontwikkelen.