Fill in the Blanks werkwoorden - Verleden Tijd 9Online version werkwoorden oefenen in de verleden tijd by Engels Sara 1 Jolien ( dansen ) niet graag met die jongen . Wie ( bonsen ) daar op de deur . Ik ( verkleden ) me als clown . Het jongetje ( bloeden ) hevig aan zijn knie . ( Bereiden ) jij je spreekbeurt wel goed voor ? De kinderoppas ( zorgen ) heel goed voor ons . Ik ( vinden ) het leuk omdat zij er was . Rune ( glijden ) van de glijbaan . De windroos ( wijzen ) naar het noorden . Ons schooltje ( liggen ) in het centrum van een mooi dorpje op het platteland . In onze buurt ( verhuizen ) weinig mensen . We ( spelen ) graag buiten tot 's avonds laat . Ze ( verlangen 3de persoon enkelvoud ) naar een beetje rust . Die olifant ( zijn ) een kolos van een dier . Op dat popconcert ( zijn ) die zanger heel actief .