Matching Pairs ConsemOnline version Conjuncties matchen met betekenis (B1/2F) by Michael Kragten 1 Terwijl 2 Wanneer 3 Toen 4 Voordat 5 Tenzij 6 Dus 7 En 8 Want, omdat, daardoor, doordat, nu 9 Als, indien 10 Maar, hoewel, ofschoon 11 Of 12 Sinds 13 Zodra 14 Nadat 15 Zolang 16 Opdat/zodat Start/begin Doel Exceptie/uitzondering Reden/oorzaak Conclusie Contrast/tegenstelling Keuze Na elkaar + 1e actie Voor de duur van/zolang Gelijktijdigheid/contrast Na elkaar + 2e actie Som Conditie?voorwaarde Moment in het verleden Meteen als Conditie/moment in het heden