Herman August Paul De Coninck (Mechelen, 21 februari 1944 - Lissabon, 22 mei 1997) was een Vlaams dichter,
essayist, journalist en tijdschriftuitgever. Herman De Coninck staat
bekend als “de man die zijn volk poëzie leerde lezen”.
In 1997 bezweek de dichter aan een hartstilstand in het bijzijn van enkele andere vooraanstaande dichters (o.a. Anna Enquist en Hugo Claus)
terwijl hij op weg was naar een congres in Lissabon. Op het trottoir in
Lissabon waar De Coninck stierf is een tegel geplaatst met zijn naam,
geboorte- en sterfdatum.
Het leven van De Coninck werd getekend door enkele tegenslagen. Toen
hij eenentwintig jaar oud was verloor hij zijn vader. Zijn eerste
echtgenote, An Somers, overleed in een auto-ongeval. Van zijn tweede
vrouw, Lieve Coppens, zou hij scheiden. Hij vond troost bij de derde
vrouw in zijn leven, de schrijfster Kristien Hemmerechts.
Met zijn eerste dichtbundel De Lenige Liefde (1969)
maakt hij poëzie toegankelijk voor iedereen. De Coninck 'herwaardeert'
hierin de gewone taal en dus ook het gewone leven. Dit maakte hem tot de
vader van het nieuw realisme.