Froggy Jumps Oefening 4 Extra LidwoordenOnline version Extra oefening over lidwoorden by Elise Isaack 1 Een lidwoord hoort altijd bij en zelfstandig naamwoord. a Waar b Niet waar c Beide antwoorden zijn goed 2 Hoeveel lidwoorden kennen we in de Nederlandse taal? a 4 b 1 c 3 3 Wanneer gebruik je altijd het lidwoord de? a Als het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud staat. b Als het zelfstandig naamwoord in het meervoud staat. c Als het zelfstandig naamwoord er niet is. 4 Wanneer gebruik je altijd het lidwoord het? a Als het zelfstandig naamwoord in het meervoud staat. b Als het zelfstandig naamwoord een verkleinwoord is. c Als het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud staat. 5 Laatste vraag: Kan er een ander woord tussen een lidwoord en zelfstandig naamwoord zitten? a Ja dat kan. Bijvoorbeeld: Ee blaffende hond. b Nee dat kan niet, lidwoorden staan altijd voor het zelfstandig naamwoord. c Beide antwoorden zij goed.