Thema 2: Licht en kleur zien Online version Ken je de leerstof? Test jezelf! by Monsart Eva 1 Welk voorwerp is geen lichtbron? a Een gloeilamp b Een laserpen c De planeet Venus d De zon e Een glimworm 2 Welk voorwerp is geen donker lichaam? a Een reflector b Een wit blad papier c Een zwart blad papier d Een vuurvlieg e De maan 3 Welke uitspraak is niet correct? a Licht plant zich rechtlijning voort in een homogene doorzichtige stof. b Tussen twee punten in een homogene doorzichtige stof volgt licht de kortste weg. c Tussen twee punten in een homogene doorzichtige stof volgt licht de snelste weg. d Licht plant zich altijd voort met dezelfde snelheid. 4 Marissa ziet haar vriendin Alice. Welke bedenking van haar is correct? a Ik zie Alice omdat een lichtstraal vanuit mijn oog op Alice valt. b Ik zie Alice omdat Alice licht uitzendt. c Ik zie Alice omdat een lichtstraal teruggekaatst wordt door Alice tot in mijn oog. d Ik zie Alice omdat licht uitgezonden door mijn oog verstrooid wordt door Alice. 5 Welke uitspraak is correct? Ik zie de letters in mijn boek omdat: a licht van mijn bureaulamp verstrooid wordt door de zwarte drukinkt. b licht van mijn bureaulamp geabsorbeerd wordt door de zwarte drukinkt. c licht van mijn bureaulamp teruggekaatst wordt door de zwarte drukinkt. d er een schaduw gevormd wordt van de letters. 6 Tijdens een fuif wordt voor een groene laser een blauwe filter gezet. De kleur van het licht dat op de muur tegenover de laser valt, is: a groen. b blauw. c groen en blauw. d er wordt geen lichtvlek gevormd. 7 Een kernschaduw wordt gevormd: a alleen door een puntvormige lichtbron. b alleen door een niet-puntvormige lichtbron. c zowel bij een puntvormige als bij een niet-puntvormige lichtbron. d alleen door de zon. 8 Welke uitspraak is correct? a Als een lichtbundel invalt op een doorzichtig voorwerp, wordt deze volledig doorgelaten. b Als een lichtbundel invalt op een ondoorzichtig voorwerp, wordt deze volledig teruggekaatst. c Als een lichtbundel invalt op een wit blad papier, wordt deze gedeeltelijk teruggekaatst. d Als een lichtbundel invalt op een zwart blad papier, wordt deze volledig geabsorbeerd. 9 Wie heeft gelijk? a Persoon 1 b Persoon 2 c Persoon 3 d Persoon 4