PersoonsvormOnline version Duid de PV aan in de zin. by Hebe Peeters 1 Opeens hoorde ik iets tegen mijn raam tikken. a Hoorde b Tikken c Hoorde, tikken 2 Ongelukken gebeuren meestal onverwacht. a Onverwacht b Gebeuren c Gebeuren, onverwacht 3 Elektriciteit opgewekt door de zon is hernieuwbare energie a Hernieuwbare b Opgewerkt c Is d Is, opgewekt 4 Hij draaide in het rond terwijl hij een liedje zong. a Draaide b Zong c Draaide, zong 5 De chauffeur wordt tegengehouden door de politie. a Wordt b Tegengehouden c Wordt, tegengehouden 6 Heb je het geleende geld al teruggeven? a Heb b Geleende c Teruggegeven d Heb, teruggegeven 7 Met een pijnlijke blik onderging hij dapper de behandeling. a Pijnlijke b Onderging c Behandeling 8 Men vertelt dat blaffende honden niet bijten! a Vertelt b Blaffende c Bijten d Vertelt, bijten 9 Het vermoeide kind bleef in het natte gras zitten. a Vermoeide b Bleef c Zitten d Bleef, zitten 10 Jongens en meisjes, jullie zullen deze makkelijke vragen foutloos moeten oplossen! a Zullen b Zullen moeten c Moeten d Oplossen