Bijvoeglijk naamwoordenOnline version Oefenen met de Franse bijvoeglijk naamwoorden. by Voogt Julia 1 Het mannelijk enkelvoudige bijvoeglijk naamwoord nemen we als uitgangspunt om de andere vormen te maken. a Waar b Niet waar 2 De vrouwelijke vorm van 'long' is: a 'longe' b 'longue' 3 Deze bijvoeglijk naamwoorden komen vóór het zelfstandig naamwoord: a dangereux, sportive, petite, beau b joli, vieux, vert, jeune c haut, grand, belle, jeune 4 Kies de juiste zin: a Le livre est beau. b Le livre est belle. 5 Over het algemeen komen de bijvoeglijk naamwoorden voor het zelfstandig naamwoord. Maar, er zijn uitzonderingen! a Niet waar b Waar Uitleg 1 Van deze vorm maken wij de andere vormen. 2 Het woordje 'long' (mannelijk enkelvoud), wordt op een andere manier naar de vrouwelijke vorm vervoegd dan via de basisregel. Er komt namelijk nog een -u tussen het woordje 'long' en de 'e'. Dus dan wordt het 'longue'. 3 Leer het rijtje nog een keer goed uit je hoofd! Zowel de mannelijke, als de vrouwelijke vorm! 4 'le livre' is een mannelijk woord en daar hoort het woordje 'beau' bij. 5 Het bijvoeglijk naamwoord komt eigenlijk altijd achter het zelfstandig naamwoord. Er zijn een paar uitzonderingen, bekijk dat rijtje nog eens goed!