Literatuur: stromingenOnline version (neo)romantiek, impressionisme, naturalisme, realisme, sonnet by Eva Rollier 1 Wat is een stroming? a Een manier waarop er geschreven werd in een bepaalde historische periode. Je vindt dit ook terug in de kunst. b Een manier waarop er verteld werd in een bepaalde historische periode. Je vindt dit ook terug in de kunst. c Een groep mensen die opkwam voor de mensenrechten. d Een groep mensen die opkwam voor het milieu. 2 Welke kenmerken horen bij de romantiek? Kies één of meerdere antwoorden a vluchten in een betere wereld, de dood b subjectiviteit, klemtoon op het individu c realiteit heel objectief weergegeven d leven van de middenklasse staat centraal 3 Tot welke stroming behoort dit gedicht? Geschreven antwoord 4 Welk kenmerk past NIET bij het realisme? Kies één of meerdere antwoorden a bestaande realiteit zeer objectief weergegeven b veel aandacht voor het alledaagse c leven van de middenklasse (slechte leef- en werkomstandigheden) staat centraal d nadruk op de klank 5 In welke stroming worden veel personificaties en gedetailleerde beschrijvingen gebruikt? Kies één of meerdere antwoorden a realisme b naturalisme c romantiek d impressionisme 6 "Langs de lange Lindenlaan" is een voorbeeld van ... Kies één of meerdere antwoorden a assonantie b neologisme c alliteratie d synesthesie 7 Wat is "synesthesie"? Kies één of meerdere antwoorden a klinkerrijm b een stijlfiguur waarbij een combinatie van de indrukken van verschillende zintuigen in uitdrukkingen worden gebruikt c een vorm van beeldspraak waarbij levenloze zaken, niet-menselijke levensvormen of abstracte begrippen menselijke eigenschappen krijgen toegeschreven d een stijlfiguur waarbij de dichter op een onnatuurlijke plek een regel afbreekt 8 Een sonnet is typisch opgebouwd uit ... Kies één of meerdere antwoorden a een octaaf b een distichon c een sextet d een septet 9 Een versvoet waarin een onbeklemtoonde en een beklemtoonde lettergreep elkaar opvolgen, noemen we ... Kies één of meerdere antwoorden a een anapest b een dactylus c een jambe d een trochee 10 Een sonnet begint typisch met het volgende rijmschema in de twee kwatrijnen: .... .... Geschreven antwoord