Gedrag van stoffen in waterOnline version Oefening met 10 meerkeuzevragen. Duid aan wat correct is. by Diane Van Nerum 1 Dissociatie is... a het ontstaan van ionen bij het oplossen van een polaire covalente verbinding in water b het ontstaan van ionen bij het oplossen van een ionverbinding in water c het loskomen van ionen bij het oplossen van een polaire covalente verbinding in water d het loskomen van ionen bij het oplossen van een ionverbinding in water 2 Dissociatie zal... a altijd optreden als een ionverbinding in water wordt gebracht b alleen optreden als een ionverbinding oplost in water c altijd optreden als een polaire covalente verbinding in water wordt gebracht d alleen optreden als een polaire covalente verbinding in water oplost 3 Er is aantrekking tussen ionen en water omdat... a zowel ionen als watermoleculen elektrisch geladen zijn b zowel ionen als watermoleculen polair zijn c ionen polair zijn en watermoleculen elektrisch geladen zijn d ionen elektrisch geladen zijn en watermoleculen polair zijn 4 Ionisatie is het... a ontstaan van ionen bij het oplossen van een sterk polaire covalente verbinding in water b loskomen van ionen bij het oplossen van een sterk polaire covalente verbinding in water c loskomen van ionen bij het oplossen van een ionverbinding in water d ontstaan van ionen bij het oplossen van een ionverbinding in water 5 Ionisatie zal (in water) zeker optreden bij... a hydroxiden b zouten c niet-metaaloxiden d zuren 6 Welke covalente verbindingen lossen op in water? a alle covalente verbindingen b polaire covalente verbindingen c apolaire covalente verbindingen 7 Er is een aantrekkingskracht tussen watermoleculen en... a de moleculen van alle covalente verbindingen b de moleculen van apolaire covalente verbindingen c de moleculen van polaire covalente verbindingen 8 Een stof of mengsel kan elektrische stroom geleiden... a met vrije elektronen of vrije ionen b alleen met vrije elektronen c alleen met vrije ionen d het juiste antwoord is niet gegeven 9 Een elektrolyt is een stof die in vloeibare toestand of opgelost in water de stroom zal geleiden door het leveren van... a vrije elektronen b vrije ionen c vrije ionen en vrije elektronen d het juiste antwoord is niet gegeven 10 Als een ionverbinding oplost in water, ... a treedt er een ionisatie op. b treedt er een elektrolyse op. c treedt er een dissociatie op. d treedt er geen ionisatie, geen elektrolyse en ook geen dissociatie op.