Icon New game New game

De weg vragen naar de zoo

Quiz

(3)
Schrijf de zinnen correct door de woorden in de juiste volgorde te zetten. Hou ook rekening met de categorie.

Bijvoorbeeld: ga/ Ik/ morgen/ zoo/ naar/ . --> verplaatsing.
Dan krijgen we: "Ik ga morgen naar de zoo."

Let op! Hoofdletters en leestekens zijn ook belangrijk om een correcte zin te vormen.

Download the paper version to play

Recommended age: 12 years old
8 times made

Created by

Belgium

Top 10 results

  1. 1
    02:05
    time
    87
    score
  2. 2
    01:43
    time
    75
    score
  3. 3
    01:53
    time
    75
    score
  4. 4
    00:53
    time
    62
    score
Do you want to stay in the Top 10 of this game? to identify yourself.
Make your own free game from our game creator
Compete against your friends to see who gets the best score in this game

Top Games

  1. time
    score
  1. time
    score
time
score
time
score
 
game-icon

De weg vragen naar de zooOnline version

Schrijf de zinnen correct door de woorden in de juiste volgorde te zetten. Hou ook rekening met de categorie. Bijvoorbeeld: ga/ Ik/ morgen/ zoo/ naar/ . --> verplaatsing. Dan krijgen we: "Ik ga morgen naar de zoo." Let op! Hoofdletters en leestekens zijn ook belangrijk om een correcte zin te vormen.

by Britt Biebaut
1

stoppen/ trein/ gaat/ De/ bijna/ . —> begin actie

Geschreven antwoord

2

aan/ vragen/ weg/ iemand/ de/ ga/ Ik/ . —> plan

Geschreven antwoord

3

zoo/ de/ we/ Hoe/ gaan/ ?/ naar —> verplaatsing

Geschreven antwoord

4

naar/ gaan/ hal/ de/ eerst/ Jullie/ buiten/ dan/ naar/ en/ . —> verplaatsing

Geschreven antwoord

5

Kom/ Nuria/, rechts/ gaan/ naar/ we/ ! —> begin actie

Geschreven antwoord

6

Niet/ zo/ snel/, toilet/ ik/ eerst/ ga/ nog/ naar/ /even/ . —> begin actie

Geschreven antwoord

7

Oké!/ op/ Ik/ ga/ wachten/ jou/ . —> plan

Geschreven antwoord

8

zoo/ gaan/ snel/ de/ We/ naar/ ! /Ik heb er zoveel zin in. —> verplaatsing

Geschreven antwoord

Uitleg

De trein gaat bijna stoppen. --> De trein is nog niet gestopt, maar vertraagt wel al. Het is dus het begin van een actie.

Ik ga de weg vragen aan iemand. —> Het meisje weet niet waar ze naartoe moet. Ze is dus van plan om de weg te vragen.

Hoe gaan we naar de zoo? —> De meisjes gaan ergens naartoe. Ze verplaatsen zich naar de zoo.

Jullie gaan eerst naar de hal en dan naar buiten. —> De meisjes verplaatsen zich naar de hal en naar buiten. Ze bewegen.

Kom Nuria, we gaan naar rechts! —> De meisjes beginnen net te stappen.

Niet zo snel, ik ga eerst nog even naar toilet. --> De actie moet nog beginnen: naar toilet gaan.

Oké! Ik ga op jou wachten. —> Haar plan is om te wachten op haar vriendin.

We gaan snel naar de zoo! —> De meisjes stappen naar de zoo.

educaplay suscripción