Print Quiz: Verkleinwoorden: basisregel ()

1.

Geef het verkleinwoord van 'glas'.

2.

Geef het verkleinwoord van 'pen'.

3.

Geef het verkleinwoord van 'ketting'.

4.

Geef het verkleinwoord van 'rekening'.

5.

Geef het verkleinwoord van 'blad'.

6.

Geef het verkleinwoord van 'bloem'.

7.

Geef het verkleinwoord van 'gezin'.

8.

Geef het verkleinwoord van 'probleem'.

9.

Geef het verkleinwoord van 'souvenir'.

10.

Geef het verkleinwoord van 'ring'.