PS or PC - 3Online version Read the sentences. Do you need to use the present simple or the present continuous? by Mieke Janssens 1 Compaq ........(to make) computers and Philips also ........(to make) computers. Choose one or more answers a is making / makes b is making / is making c makes / makes d makes / is making 2 Usually he .......(to watch) a video at home but now he ......(to watch) a film in the cinema. Choose one or more answers a watches / watches b is watching / watches c is watching / is watching d watches / is watching 3 Sshht, I .......(to watch) TV. You know that I always ........(to watch) TV on Saturdays. Choose one or more answers a am watching / watch b am watching / am watching c watch / am watching d watch / watch 4 I .........(to work) in an office from 9 to 5 but at the moment I ........(to not work). Choose one or more answers a work / don't work b am working / don't work c am working / am not working d work / am not working 5 Look! Sam ........(to play) football. He never ....... (to play) football. Choose one or more answers a is playing / is playing b plays / is playing c is playing / plays d plays / plays Feedback 1 Beide bedrijven maken altijd computers. Het is een gewoonte, dus gebruik je de present simple 2 USUALLY staat voor een gewoonte, dus gebruik je de PC. Maar hij kijkt NU naar een film, dus gebruik je de PS 3 Hij kijkt NU naar een film, dus gebruik je de PC. Hij kijkt ALTIJD TV op zaterdag, dus gebruik je de PS 4 Gewoonlijk werkt hij op een bureay, dus gebruik je de PS, maar OP HET MOMENT werkt hij niet. Als het nu gebeurt gebruik je de PC 5 Sam speelt NU voetbal, dus gebruik je de PC. Gewoonlijk speelt hij dit nooit, dus gebruik je de PS.