Juist of fout?Online version Hoe goed ken jij Damiaan? by Geert Speelman 1 Damiaan verliet België. a juist b fout 2 Damiaan verpleegde melaatsen. a juist b fout 3 Damiaan had een luilekkerleventje op Hawaï. a juist b fout 4 Damiaan gaf les aan weeskinderen. a juist b fout 5 Damiaan bouwde huizen met zijn eigen handen. a juist b fout 6 Damiaan verdiende veel geld. a juist b fout 7 Damiaan werd zelf ook ziek. a juist b fout 8 Damiaan was de vriend van de melaatsen. a juist b fout 9 Damiaan zette door, ook als het even tegenzat. a juist b fout 10 Damiaan was bang voor melaatsen. a juist b fout 11 Damiaan dacht alleen aan zichzelf. a juist b fout 12 Damiaan hielp alleen melaatsen die ook christen waren. a juist b fout