Org.stoffen in lichaam

Quiz

Deze oefeningen zijn gebaseerd op biogenie GO! 4.2 p 43 ev. Tot en met oefening 23

Download the paper version to play

Duplicate

Create challenge

About Quiz

4º Jaar

organische stoffen

biochemie

sachariden

lipiden

proteïnen

suikers

eiwitten

Recommended age: 15 years old

31 times made

Created by

Brost Nancy

Belgium

Top 10 results

1

Brigitte Van Ursel

June 2, 2021

00:27

time

0

score

Do you want to stay in the Top 10 of this game?

to identify yourself.

Make your own free game from our game creator

Make quiz

Compete against your friends to see who gets the best score in this game

Make challenge


Org.stoffen in lichaamOnline version Deze oefeningen zijn gebaseerd op biogenie GO! 4.2 p 43 ev. Tot en met oefening 23 by Brost Nancy 1 Tot welke soort sacharide behoort: maltose a monosacharide b disacharide c polysacharide 2 Tot welke soort sacharide behoort: cellulose a monosacharide b disacharide c polysacharide 3 Tot welke soort sacharide behoort: galactose a monosacharide b disacharide c polysacharide 4 Tot welke soort sacharide behoort: sacharose a monosacharide b disacharide c polysacharide 5 Tot welke soort sacharide behoort: glucose a monosacharide b disacharide c polysacharide 6 Tot welke soort sacharide behoort: zetmeel a monosacharide b disacharide c polysacharide 7 Tot welke soort sacharide behoort: lactose a monosacharide b disacharide c polysacharide 8 Uit welke monosachariden is sacharose opgebouwd? a glucose en fructose b glucose en glucose c glucose en galactose d fructose en galactose 9 Welke polysacharide dient als reservestof en wordt opgeslagen in de lever? a amylopectine een bestanddeel van zetmeel b amylose een bestanddeel van zetmeel c cellulose de bouwstof van de elwand van plantencellen d glycogeen 10 uit welke chemische elementen is glucose opgebouwd? Meerdere antwoorden mogelijk Kies één of meerdere antwoorden a koolstof b waterstof c zuurstof d stikstof e zwavel 11 Welk van de volgende stoffen is / zijn gevormd door aaneenkoppeling van monosachariden? meerdere antwoorden zijn mogelijk Kies één of meerdere antwoorden a cellulose b glycogeen c insuline d zetmeel 12 Wat is het verschil in bouw tussen een verzadigd vet en een onverzadigd vet? a bij een onverzadigd vet zijn er nooit dubbele bindingen aanwezig, bij een verzadigd vet wel b bij een onverzadigd vet zijn er geen dubbele bindingen tussen de C-atomen, bij een verzadigd vet wel c bij een verzadigd vet zijn er nooit dubbele bindingen aanwezig, bij een verzadigd vet wel. d bij een verzadigd vet zijn er geen dubbele bindingen tussen de C-atomen, bij een onverzadigd vet wel. 13 Geef 4 functies van lipiden in ons lichaam. Meerdere antwoorden aanduiden Kies één of meerdere antwoorden a opbouw van membranen b bouwstof voor afweerstoffen in het immuunsysteem c energie reserve d bescherming van organen e thermische isolatie f bouwstof om insuline op te bouwen 14 Welke fysische factoren hebben een invloed op de werking van een enzym? meerdere antwoorden mogelijk Kies één of meerdere antwoorden a de grootte van het enzym b de temperatuur c de zuurtegraad d de vorm van het substraat e de hoeveelheid reactieproduct f de aanwezigheid van water 15 Een verandering in de zuurtegraad verandert ook de activiteit van een enzym. Wat gebeurt er? a De structuur van het enzym veranderd waardoor het substraat er niet meer in past b de reactie versnelt zodanig dat het enzym niet meer kan volgen c het substraat lost op in het zuur d de sleutel past niet meer in het slot 16 Wat is de belangrijkste chemische gelijkenis tussen alle organische verbindingen? a deze bestaan uit een combinatie van koolstof en water b deze zijn allemaal opgebouwd uit vele koolstofatomen c ze komen allemaal uit de natuur d ze zijn allemaal complexe ionen 17 De figuur geeft de structuurformule van een organische stof weer. Is die stof een polypeptide, een polysacharide, een onverzadigd vetzuur of een verzadigd vetzuur? a een polypeptide b een polysacharide c een onverzadigd vetzuur d een verzadigd vetzuur 18 Vetten die te lang in gebruik zijn worden zuurder, omdat ze uit elkaar vallen. De zuurtegraad is dus een maat voor de ouderdom van een vet. Welk uitleg is correct? a Bij het gebruik komen er dubbele bindingen vrij waardoor de pH daalt b Bij het uitelkaar vallen van vetten komen de vetzuren vrij waardoor de pH stijgt c Bij het uitelkaar vallen van vetten komen de vetzuren vrij waardoor de pH daalt d Bij het gebruik komen er dubbele bindingen vrij waardoor de pH stijgt 19 Welke van de onderstaande lichaamsfuncties worden door eiwitten vervuld? meerdere antwoorden mogelijk Kies één of meerdere antwoorden a bouwstenen en hormonen b immuniteit en bloedstolling c energieleverancier d katalytische werking van biochemische reacties e transportmoleculen en selectieve opname doorheen het celmembraan 20 In de metabolische processen breken we voedingsstoffen af, zodat ze in de cellen van het lichaam kunnen opgenomen worden. Waarvoor worden ze gebruikt? a als bouwstof en brandstof b als afvalstoffen c als bescherming van het katabolisme d voor anabolische reacties 21 Polysachariden kunnen niet rechtstreeks als energiebron voor de cellen gebruikt worden. Wat moet er eerst gebeuren? a Ze moeten omgezet worden in polypeptiden b ze moeten verteerd worden tot monosachariden c ze moeten afgebroken worden tot glycogeen en glucose d ze moeten door de endeldarm worden getransporteerd 22 Wat is het verschil tussen katabolische en anabolische reacties van het metabolisme? a Bij katabole reacties komt energie vrij die door het anabole reacties gebruikt kan worden b Bij anabole reacties komt energie vrij die door het katabole reacties gebruikt kan worden c de katabole reacties gebeuren in het spijsverteringsstelsel en de anabole in de andere stelsels d de anabole reacties gebeuren in het spijsverteringsstelsel en de katabole in de andere stelsels 23 Wat is het verband tussen anabolische en katabolische processen? a ze behoren beiden maar bij 1 organisme b ze maken beiden energie aan c ze zijn beiden onderdeel van het metabolisme van een organiscme d ze verbruiken beiden dezelfde hoeveelheid ATP 24 Welke bewering over enzymen is correct? a enzymen verliezen een deel van hun normale activiteit als hun driedimensionale structuur verstoord is. b enzymen leveren de activeringsenergie die nodig is om een reactie op gang te brengen c de activiteit van enzymen is onafhankelijk van temperatuur of pH d een enzym is maar 1 keer actief en wordt dan vernietigd 25 Welke bewering is correct? a enzymen zijn werkzaam in een bepaald pH-gebied b enzymen verhogen de energie van de moleculen die aan de reactie deelnemen c enzymen zijn onder alle omstandigheden werkzaam op een bepaald substraat

Org.stoffen in lichaamOnline version

Deze oefeningen zijn gebaseerd op biogenie GO! 4.2 p 43 ev. Tot en met oefening 23

by Brost Nancy

Tot welke soort sacharide behoort: maltose

monosacharide

disacharide

polysacharide

Tot welke soort sacharide behoort: cellulose

monosacharide

disacharide

polysacharide

Tot welke soort sacharide behoort: galactose

monosacharide

disacharide

polysacharide

Tot welke soort sacharide behoort: sacharose

monosacharide

disacharide

polysacharide

Tot welke soort sacharide behoort: glucose

monosacharide

disacharide

polysacharide

Tot welke soort sacharide behoort: zetmeel

monosacharide

disacharide

polysacharide

Tot welke soort sacharide behoort: lactose

monosacharide

disacharide

polysacharide

Uit welke monosachariden is sacharose opgebouwd?

glucose en fructose

glucose en glucose

glucose en galactose

fructose en galactose

Welke polysacharide dient als reservestof en wordt opgeslagen in de lever?

amylopectine een bestanddeel van zetmeel

amylose een bestanddeel van zetmeel

cellulose de bouwstof van de elwand van plantencellen

glycogeen

uit welke chemische elementen is glucose opgebouwd? Meerdere antwoorden mogelijk

Kies één of meerdere antwoorden

koolstof

waterstof

zuurstof

stikstof

zwavel

Welk van de volgende stoffen is / zijn gevormd door aaneenkoppeling van monosachariden? meerdere antwoorden zijn mogelijk

Kies één of meerdere antwoorden

cellulose

glycogeen

insuline

zetmeel

Wat is het verschil in bouw tussen een verzadigd vet en een onverzadigd vet?

bij een onverzadigd vet zijn er nooit dubbele bindingen aanwezig, bij een verzadigd vet wel

bij een onverzadigd vet zijn er geen dubbele bindingen tussen de C-atomen, bij een verzadigd vet wel

bij een verzadigd vet zijn er nooit dubbele bindingen aanwezig, bij een verzadigd vet wel.

bij een verzadigd vet zijn er geen dubbele bindingen tussen de C-atomen, bij een onverzadigd vet wel.

Geef 4 functies van lipiden in ons lichaam. Meerdere antwoorden aanduiden

Kies één of meerdere antwoorden

opbouw van membranen

bouwstof voor afweerstoffen in het immuunsysteem

energie reserve

bescherming van organen

thermische isolatie

bouwstof om insuline op te bouwen

Welke fysische factoren hebben een invloed op de werking van een enzym? meerdere antwoorden mogelijk

Kies één of meerdere antwoorden

de grootte van het enzym

de temperatuur

de zuurtegraad

de vorm van het substraat

de hoeveelheid reactieproduct

de aanwezigheid van water

Een verandering in de zuurtegraad verandert ook de activiteit van een enzym. Wat gebeurt er?

De structuur van het enzym veranderd waardoor het substraat er niet meer in past

de reactie versnelt zodanig dat het enzym niet meer kan volgen

het substraat lost op in het zuur

de sleutel past niet meer in het slot

Wat is de belangrijkste chemische gelijkenis tussen alle organische verbindingen?

deze bestaan uit een combinatie van koolstof en water

deze zijn allemaal opgebouwd uit vele koolstofatomen

ze komen allemaal uit de natuur

ze zijn allemaal complexe ionen

De figuur geeft de structuurformule van een organische stof weer. Is die stof een polypeptide, een polysacharide, een onverzadigd vetzuur of een verzadigd vetzuur?

een polypeptide

een polysacharide

een onverzadigd vetzuur

een verzadigd vetzuur

Vetten die te lang in gebruik zijn worden zuurder, omdat ze uit elkaar vallen. De zuurtegraad is dus een maat voor de ouderdom van een vet. Welk uitleg is correct?

Bij het gebruik komen er dubbele bindingen vrij waardoor de pH daalt

Bij het uitelkaar vallen van vetten komen de vetzuren vrij waardoor de pH stijgt

Bij het uitelkaar vallen van vetten komen de vetzuren vrij waardoor de pH daalt

Bij het gebruik komen er dubbele bindingen vrij waardoor de pH stijgt

Welke van de onderstaande lichaamsfuncties worden door eiwitten vervuld? meerdere antwoorden mogelijk

Kies één of meerdere antwoorden

bouwstenen en hormonen

immuniteit en bloedstolling

energieleverancier

katalytische werking van biochemische reacties

transportmoleculen en selectieve opname doorheen het celmembraan

In de metabolische processen breken we voedingsstoffen af, zodat ze in de cellen van het lichaam kunnen opgenomen worden. Waarvoor worden ze gebruikt?

als bouwstof en brandstof

als afvalstoffen

als bescherming van het katabolisme

voor anabolische reacties

Polysachariden kunnen niet rechtstreeks als energiebron voor de cellen gebruikt worden. Wat moet er eerst gebeuren?

Ze moeten omgezet worden in polypeptiden

ze moeten verteerd worden tot monosachariden

ze moeten afgebroken worden tot glycogeen en glucose

ze moeten door de endeldarm worden getransporteerd

Wat is het verschil tussen katabolische en anabolische reacties van het metabolisme?

Bij katabole reacties komt energie vrij die door het anabole reacties gebruikt kan worden

Bij anabole reacties komt energie vrij die door het katabole reacties gebruikt kan worden

de katabole reacties gebeuren in het spijsverteringsstelsel en de anabole in de andere stelsels

de anabole reacties gebeuren in het spijsverteringsstelsel en de katabole in de andere stelsels

Wat is het verband tussen anabolische en katabolische processen?

ze behoren beiden maar bij 1 organisme

ze maken beiden energie aan

ze zijn beiden onderdeel van het metabolisme van een organiscme

ze verbruiken beiden dezelfde hoeveelheid ATP

Welke bewering over enzymen is correct?

enzymen verliezen een deel van hun normale activiteit als hun driedimensionale structuur verstoord is.

enzymen leveren de activeringsenergie die nodig is om een reactie op gang te brengen

de activiteit van enzymen is onafhankelijk van temperatuur of pH

een enzym is maar 1 keer actief en wordt dan vernietigd

Welke bewering is correct?

enzymen zijn werkzaam in een bepaald pH-gebied

enzymen verhogen de energie van de moleculen die aan de reactie deelnemen

enzymen zijn onder alle omstandigheden werkzaam op een bepaald substraat

Org.stoffen in lichaam

Quiz

Download the paper version to play

Created by

Top 10 results

Top Games

Quiz

Tissues - Practice Quiz

Quiz

Practice Quiz - Punnett Square, Variation, and Mutations

Quiz

Photosynthesis vs Cellular Respiration - Practice Quiz

Quiz

Spanish Alphabet Listening

Quiz

UPS 5 Seeing Habits Quiz