Print Quiz: Halloween ()

1.

Welke groente werd er in het begin gebruikt om een lantaarn mee te maken?

A.

raap

B.

pompoen

C.

radijs

D.

wortel

2.

Welk dier wordt geassocieerd met heksen?

A.

een groene kikker

B.

een rode wurgslang

C.

een oranje spin

D.

een zwarte kat

3.

Op welke dag wordt Halloween gevierd?

A.

30 oktober

B.

31 oktober

C.

1 november

D.

24 december

4.

Spinnen hebben 8 poten, maar waarvan hebben ze er ook vaak acht?

A.

mond

B.

oog

C.

vinger

D.

voet

5.

Welk soort fantasiefiguur is 'Dracula'?

A.

een vampier

B.

een geest

C.

een trol

D.

een spook

6.

Als je op Halloween een mummie op straat ziet, uit welk land zou die dan komen?

A.

Ierland

B.

Noorwegen

C.

Egypte

D.

Roemenië

7.

Wat betekent 'Trick or treat'?

A.

een snoepje of je leven

B.

een snoepje of ik haal een grap met je uit

C.

een snoepje of ik doe heel vervelend

D.

een stukje fruit a.u.b.

8.

Bij welk volk vinden we de oorsprong van Halloween terug?

A.

de Kelten

B.

de Amerikanen

C.

de mosllims

9.

Wat werd gevierd met Samhain?

A.

van oud naar nieuw

B.

verjaardag

C.

geboorte van Jezus Christus

D.

moederdag

10.

Hoe heette de man uit de legende over de pompoen?

A.

Jos

B.

Jack

C.

Jan

D.

Jef